Onderzoek
We weten allemaal van de personeelstekorten en werkdruk in de kinderopvang. Maar wat betekent deze werkdruk voor kinderen en medewerkers?
De organisatiepsycholoog en Montessori-assistent Liliya Foteva (40) werkte zes maanden bij verschillende kinderdagverblijven in de Randstad.
“Hoestend naar het werk met het energieniveau van een zandzak.”
Auteur: Liliya Foteva
Date: 22.03.2022
De eerste paar dagen op de kinderopvang heb ik nog de illusie dat ik in een betekenisvolle baan ben gestapt om iets te leren aan kinderen in een veilige geborgen omgeving. De eerste ochtend is rustig en ik moet de ruim 300 pagina’s van het pedagogische beleidsplan van een middelgrote kinderopvang in Den Haag bestuderen. Ik ben onder de indruk van de kaders, visie en uitgangspunten waarin staat ‘hoe de kern tot bloei te laten komen van een kind’. Ook moet ik tientallen regels leren zoals kinderen moeten naar huis worden gestuurd bij koorts en baby’s mogen niet op de tocht liggen.
Op de tweede dag krijgt mijn enthousiasme een flinke deuk. De kringgesprekken zijn wel erg kort. De kinderen worden ook niet bezig gehouden, vrij spelen is de norm. In de groep waar ik meedraai staat een van oorsprong Roemeense pedagogisch medewerker voor een groep van 16 kinderen. De kinderen zijn constant aan het gooien, trekken, duwen en spugen, niet omdat het slechte kinderen zijn, maar de juf staat er alleen voor en door het vrij spelen is er geen structuur met een lesprogramma en aangeboden activiteiten.
Welkom in de kinderopvang. Regelmatig verschijnen er verhalen in de media over het tekort aan personeel en onderzoeken die op hervormingen en stelselwijzigingen in de kinderopvang wijzen. De belangrijkste reden voor het tekort is te weinig aanbod van geschikte medewerkers, hoog ziekteverzuim en het opzeggen van de baan. Ik besluit de proef op de som te nemen en een paar maanden als zij-instromer te werken om te zien hoe de sector ervoor staat.
Oost-Europa
Ik heb een bachelor journalistiek en een master psychologie afgerond en 10 jaar werkervaring als HR-medewerker bij Hewlett-Packard. Ook heb ik in Barcelona al eens 1 jaar gewerkt in de kinderopvang. Voldoende om een zogenaamde EVC procedure te volgen, waar ik in de praktijk moet aantonen dat ik over voldoende werkervaring bezit waarna ik een diploma krijg. Voor pedagogisch medewerker en peuterspeelzaalwerk is normaal een driejarige opleiding op mbo niveau 3 of 4 nodig. Naast mijn journalistieke werk voor dit artikel doorloop ik dus ook een EVC traject om te ervaren hoe het is om aan de slag te gaan via een leerwerktraject. Ik ben daar zeker niet alleen in.
Kadertekst:
In 2022 begonnen 33 duizend mensen een nieuwe baan in de kinderopvang (28 procent van alle medewerkers in de kinderopvang). De helft van alle beroepskrachten op een locatie mogen bestaan uit zij-instromers, stagiaires en EVC-traject volgers.
Voorheen was dat een derde. Net zoals veel van mijn nieuwe collega’s kom ik uit Oost-Europa. De helft van mijn collega’s zijn niet alleen recent begonnen in de kinderopvang, het merendeel komt ook nog eens uit Slowakije, Slovenië, Tsjechië, Bulgarije, Roemenië, Griekenland, of zelfs uit Colombia, Brazilië of Mexico. Het typische profiel van mijn collega is een vrouw van begin veertig, alleenstaand of met hun - eveneens buitenlandse - partner. De meesten hebben een masteropleiding gevolgd in hun land van herkomst en hebben bij aankomst in Nederland eerst werk aangenomen in banen voor laagopgeleiden voordat ze op een kleuterschool terechtkwamen.
De helft van het personeel mag betaald worden tegen een lagere vergoeding dan de beroepskrachten omdat stagiaires en leerwerktraject kandidaten nog in ontwikkeling zijn, een stagevergoeding van 160 euro per maand is normaal. Door dus daadwerkelijk de helft van het personeel niet uit beroepskrachten te laten bestaan is dat een van de vele manieren die bijdragen om een kinderopvang financieel rendabel te houden. Maar dan moet je als kinderopvang wel aan die mensen kunnen komen.
Personeelskrapte
In Amsterdam zijn er 1000 openstaande vacatures in de kinderopvang en in de andere grote steden is de personeelskrapte al even groot. In totaal gaat het om 10.000 vacatures in de branche. In Den Haag blijkt zoals verwacht één telefoontje naar een peuterspeelzaal voldoende om ook daar al dezelfde week een proefdag mee te draaien. Die onbetaalde proefdag doorloop ik glansrijk.
Meestal begint de dag vroeg om 08:00 uur tot aan 18:00 uur (soms zelfs 19:00 uur). In de meeste kleuterscholen werkte ik 9 uur. Zelfs met een lunchpauze van 1 uur liggen de diensten boven het aanbevolen dagelijkse maximum van 8 uur, voor een veeleisend beroep als dit is dat te zwaar. Na twee weken kom ik doodmoe thuis. Bij de vijf kinderopvangorganisaties waar ik gewerkt heb is er nauwelijks een goede plek om een verfrissende pauze te nemen. Lerarenlokalen of ontspanningsruimtes zijn er niet of veel te klein.
Kadertekst:
In februari becijferde het CBS dat 61% van de medewerkers in de branche de werkdruk zeer hoog te vinden, het ziekteverzuim bovengemiddeld is en dat de tevredenheid over het werk afneemt.
Driekwart van de medewerkers geeft aan dat ze kinderen onvoldoende aandacht kunnen geven. Ondanks dat er duizenden medewerkers tegelijkertijd met mij zijn gestart, vertrokken datzelfde jaar er 27 duizend naar een andere baan binnen of buiten de kinderopvang (25 procent van het totaal aantal medewerkers in de branche).
Incidenten?
Bij één van de peuterspeelzalen werden op sommige dagen Pampers maximaal twee keer verschoond, waardoor kinderen gedurende langere tijd met natte Pampers achterbleven en vatbaar waren voor infecties en huidirritaties, vooral in de zomer. Als kinderen aan een medewerker meedeelden dat ze hadden geplast, werden ze weggestuurd met de woorden: ‘Het is oké! Je hebt een pamper om.’ Toen ik op een werkdag in de keuken kwam was een kind op een trapje geklommen bij het aanrecht en had daar een aardappelschilmesje gepakt dat voor het grijpen lag. Hij draaide zich om met het aardappelschilmesje in de richting van een ander kindje dat ook op het trapje wilde klimmen en sprak daarbij de woorden uit een actiefilm: “Back-off I have a knife”. Deze dingen kunnen gebeuren, maar de onderbezetting speelt daar een rol bij. Ik beschrijf incidenten en uiteraard is het nog steeds veilig om je kind naar een kinderopvang te brengen, maar naarmate de weken vorderden kreeg ik het gevoel dat dit soort voorvallen een grotere kans hebben te ontstaan wanneer er sprake is van een klimaat dat dit soort gebeurtenissen mogelijk maakt. In het huidige klimaat in de sector is het op veel plaatsen wachten op andere excessen en die deden zich inderdaad voor. Gelukkig heb ik niet gezien dat er een horror film werd opgezet, zoals onlangs gebeurd is in Amsterdam, of dat peuters zo hardhandig zijn aangepakt dat de eigenaren van de crèche een nacht in de cel moesten, maar deze incidenten zijn symptomen van een groter probleem.
De werkdruk heeft een slechte invloed op de ontwikkeling van het schoolprogramma, het pedagogisch klimaat en zorgt voor conflicten op de werkvloer tussen collega’s. Ik heb weinig geplande activiteiten gezien - alles wat kinderen deden was vrij spelen. Dat zorgt voor gebrekkige discipline en een korte concentratieperiode als er een keer wel geplande activiteiten zijn. Uiteindelijk holt dat de ontwikkeling van de kinderen uit. Ik kreeg wel alle ruimte om activiteiten te doen met de kinderen, maar veel materiaal was er niet. Tijdens de zomer haalde een van de kinderen een boek over Kerstmis uit de kast. Bij een discounter heb ik eens met mijn eigen geld nieuwe kwasten en papier gekocht om met de kinderen te schilderen. Twee kinderen tussen 3-4 jaar oud wisten niet hoe ze aquarelverf moesten gebruiken en hadden geen idee hoe je een kwast vast moet houden.
Op sommige kleuterscholen is er een strikt beleid dat medewerkers verbiedt hun mobiele telefoons te gebruiken tijdens hun dienst. Waar zo'n regel niet bestond, zag ik mijn collega’s aan hun smartphone gekluisterd, meer geïnteresseerd in Whatsapp en scrollen dan in het zorgen voor de kinderen. De balans vinden in mediagebruik door kinderen is lastig en in de branche onderwerp van discussie. In een van de kinderopvangs om kinderen stil te houden en als medewerker even op adem te komen werden er kleuters achter een laptop of tablet gezet om animatiefilms te kijken. Grappig genoeg leek het erop dat de eigenaren van de kleuterschool zich volkomen bewust waren van de stiekeme inzet van media, ze vroegen me om de kinderen met de laptop achteraan in de klas te zetten ‘voor het geval er een ouder binnenkomt, zodat die het niet zien.’ Op een dag gebeurde dit weer toen ik net met lunchpauze ging. Toen ik na een uur terugkwam, keken dezelfde kinderen nog steeds naar de animatiefilms.
In een van de kinderdagverblijven moest ik dagelijks een emmer soep ontdooien in een magnetron. Tijdens de lunch werden de 24 aanwezige kinderen verdeeld over 2 ruimtes waarbij drie collega’s en ik moeten zorgen dat de tafel gedekt werd, toezien dat de kinderen hun lunch opeten, afruimen en de vaatwasser vullen. Ongeveer de helft van de peuters weigert de lunch te eten. Bij deze ‘ongehoorzame’ kinderen worden door mijn collega’s de lunchlepels een tikkeltje agressief in de mond gestopt totdat alles is opgegeten. Dat wordt gedaan met een snelheid die past bij de volwassen medewerkers, niet bij de kinderen. De lunch is bijna iedere dag hetzelfde. Waterige diepvriessoep van een cateraar, met brood, smeerkaas, soms yoghurt.
Slaaproutine is essentieel, vooral voor baby's. Terwijl de meeste kleuterscholen er professioneel mee omgaan heb ik in het ernstigste geval gezien dat baby’s tijdens het middagslaapje gewoon in hun bed gedropt en onbeheerd achtergelaten worden achter gesloten deuren. Mijn oren werden doorboord door de huilende baby's. Soms duurde het 30 minuten voordat de kleintjes kalmeerden en in slaap vielen - uitgeput van het huilen. Noch mijn collega's, noch ik mochten naar de kamer met de onbeheerd achtergelaten baby's. De kleuterschool was ernstig onderbemand en er moest meer personeel zijn om voor de toch al grote groep van oudere kleuters te zorgen. Een van de baby’s is een keer in zijn wanhoop erin geslaagd zich door de houten spijlen van het bedje te wurmen en over de vloer te kruipen naar de gesloten deur, wachtend om te worden vrijgelaten of - op zijn minst - met zorg vastgehouden te worden.
Slecht werkgeverschap
Er wordt wel wat gedaan door het management aan goed werkgeverschap en boeien en binden van personeel. Een keer per maand is er een online vergadering met alle medewerkers en het management, maar dat is om 19.00 uur ’s avonds na een lange werkdag. Tussendoor krijgen we af en toe trainingsmateriaal via Whatsapp toegestuurd en er zijn tweejaarlijkse trainingsdagen. Om een gezonde cultuur te hebben met fijne collega’s is er ook goede leiding nodig, weet ik uit mijn HR achtergrond. Door de vicieuze cirkel van gebrek aan personeel en tijd, is er weinig ruimte voor kwaliteitstraining van medewerkers en het brainstormen over verdiepende activiteiten voor kinderen. In plaats daarvan focust het management zich op inroosteren van voldoende personeel om de week te overleven en brandjes te blussen. De toegevoegde waarde van de pedagogische coach die iedere organisatie verplicht moet hebben vind ik erg wisselend. In kinderdagverblijven die ik gezien heb zijn het toch vooral mijn directe collega’s die voor hun eigen groep staan en de kinderen en zichzelf door de dag heen loodsen. De pedagogisch coach staat op afstand, of wordt op afstand gezet door mijn collega’s omdat ze zich eraan ergeren.
Een collega omschrijft het als: ‘De coach is bijna altijd op een andere locatie en als ze er wel is ervaar ik meer wrok naar haar dan dat ik me ondersteund voel omdat ik geobserveerd en bekritiseerd word en nooit de dingen juist doe volgens haar.’
Nieuwe CAO
Naast mijn observaties op locaties in kleuterscholen heb ik ook of-the-record interviews met medewerkers, stagiairs en recruiters uit de branche afgenomen.
Een ex-HR medewerker van een kleuterschool vertelde in een privégesprek dat ‘onderbetaling in de sector is uitgegroeid tot een geïnstitutionaliseerde en blind gevolgde norm.’
Daar heeft hij als HR-professional altijd een ethisch probleem mee gehad. Hij constateert dat afgezien van het korte termijn denken van kostenbesparing door lage salariëring het lage inkomen in de kinderopvang bijdraagt aan chronisch gebrek aan voldoende werknemers. Een kleuterleidster verdient ongeveer 130% boven het wettelijk minimumloon. In februari is in de nieuwe CAO afgesproken dat er komend anderhalf jaar een loonstijging van 12 procent doorgevoerd gaat worden. Daarmee komt een starter ongeveer uit op 2500 euro bruto per maand. De vraag is of dat voldoende is om het tij te keren, de recruiter denkt van niet.
‘De overheid gaat miljarden investeren in de branche, maar er zal nog meer tijd en anticiperend centraal beleid nodig zijn voor de grote problemen, zoals hoe gaan we de kwaliteit van de opvang in de toekomst garanderen, hoe komt het extra geld op de juiste plek terecht, hoe houden we echt goed toezicht en handhaving, maar ook de moeilijkheden rondom de verplichte Nederlandse taal eis vanaf 2025 voor pedagogisch medewerkers.’
Veel van mijn collega’s spreken inderdaad nog niet goed Nederlands en onderzoek heeft aangetoond dat voor bijna de helft van de studenten die nu de opleiding op mbo niveau 3 doen daar moeite mee heeft.
Inspectie
Slecht presterende kleuterscholen betrappen is lastig. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de kinderopvang en besteden dit uit aan de GGD.
Die constateerde in de periode 2018 tot 2021 ieder jaar bij ongeveer één op de drie kindercentra minimaal één overtreding.
Inspectiebezoeken vinden jaarlijks meestal onaangekondigd plaats, maar dat is een momentopname waarbij veel te verbloemen valt. Als in die paar uurtjes tijdens de inspectie blijkt dat er niet aan de wettelijk gestelde kwaliteitseisen wordt voldaan dan krijgt de organisatie tijd om fouten te herstellen. De inspectie kijkt vooral naar overtredingen volgens de letter van de wet en meestal niet volgens de geest van de wet. De inspectierapporten zijn openbaar en daarin staat onder andere hoe het personeel met de kinderen omgaat, of er genoeg personeel is met de juiste diploma’s en hoe de grote van de groepen zijn. De meeste crèches zijn wantrouwend tegenover de inspectie en de overheid in het algemeen.
Zo hoorde ik het management zeggen: ‘Gisteren hadden we een inspectie, maar we hebben het goed voor elkaar. Godzijdank bezochten ze ons gedurende de lunch toen de meeste kinderen rustig waren. Puur geluk.’
Doodop
Na twee maanden ben ik doodop. Als ik dit werk de rest van mijn arbeidzame leven zou doen ga ik dat niet redden. Ik schat in dat ik na een half jaar een burn-out zal krijgen. Ik ben in totaal twee weken ziek geweest door een virus van de kinderopvang. Gedurende een week sleepte ik mezelf uit bed en ben ik hoestend naar het werk gegaan met het energieniveau van een zandzak. Ik slaap in het weekend 10 uur per dag. Daar komt bij dat ik uitgeput ben geraakt van de bureaucratische processen en weinig transparante informatie rondom het EVC leerwerktraject proces (zie kader). Ik heb uiteindelijk het officiële papiertje behaald waarmee ik bevoegd ben als pedagogisch medewerker te werken, maar kies toch voor een andere beroep, ik ben uitgestroomd uit de sector. Als hoe ik er zelf aan toe ben na vier maanden een afspiegeling is van hoe de sector ervoor staat, dan vraagt dat nogal wat verbeteringen vanuit de overheid en de sector zelf. Misschien, na een flinke kwaliteitsslag wat mogelijk jaren in beslag gaat nemen, kan ik overtuigd worden nog eens in de kinderopvang te komen werken, want met kinderen werken is fantastisch, maar niet in dit huidige klimaat.
Erkenning van eerder verworven competenties (EVC)
Kadertekst:
Het proces rondom mijn EVC leerwerk traject verloopt verre van vlekkeloos en ik kom erachter dat er informatie wordt versluierd die transparant zou moeten zijn.
Bij een kinderopvang met meerdere vestigingen in Den Haag krijg ik een contract om mijn EVC leerwerktraject te doorlopen, maar verdien ik in de periode van bijna een half jaar alleen een stagevergoeding van 170 euro per maand. Na het behalen van mijn EVC traject verplicht ik mij bovendien contractueel om er minimaal 1 jaar te blijven werken, op straffe van een boete van 700 euro als ik binnen een jaar vertrek.
Dat komt volgens de organisatie omdat ze mijn EVC kosten moeten betalen en omdat ik extra onderwezen word in hun specifieke pedagogische methode. Ik vind het onacceptabel en na veel uitzoekwerk kom ik erachter dat het EVC-traject wordt afgenomen door de gecertificeerde commerciële bureaus voor EVC -trajecten en de kosten daarvoor zijn ongeveer 2000 euro. De bureaus voor EVC-trajecten hebben korte lijnen met kinderdagverblijven. Ik bel met EVC-aanbieder en wil duidelijkheid over de 3-6 maanden. Hoeveel uur per week moet ik werken, hoeveel maanden, het maakt nogal uit.
Ontdekking # 1 - EVC zelffinanciering betekent vrijheid
Na veel gesprekken en e-mails met hen kom ik erachter dat ik de kosten ook zelf kan betalen en dan verplicht ik mij niet om na afloop bij deze kinderopvangorganisatie te blijven werken.
Ontdekking # 2 - De totale EVC-doorlooptijd is een rekbaar concept, afhankelijk van de tegenstrijdige belangen van stagiaires en kleuterschooleigenaren
Uiteindelijk krijg ik te horen dat volgens mijn EVC-aanbieder de tijdsduur van 3-6 maanden niet gespecificeerd is, maar ongeveer vier dagen meedraaien in de praktijk is voldoende om na afloop het theoretische gedeelte te starten van de EVC. Dat gedeelte bestaat uit het schrijven van tientallen korte reflectieverslagen voor mijn portfolio, dat vervolgens beoordeeld wordt. Achteraf blijkt dat ik voor het schrijven van die reflectieverslagen maar effectief ongeveer twee – drie weken nodig heb. Ik heb dus helemaal geen half jaar nodig voor het behalen van een EVC.
Ontdekking # 3 - Bureaucratische vertragingen zorgen ervoor dat nieuwe leraren onder verdienen
Officieel staat er drie tot zes maanden voor, maar dat is de tijd die het EVC bureau en de kinderopvang nodig hebben om de bureaucratische rompslomp rondom een EVC traject rond te krijgen, inclusief het nakijken van mijn verslagen. In de tussentijd dat ik aan het wachten ben totdat de partijen alles gereed hebben ben ik dus wel zes maanden tegen een stagevergoeding aan het werk terwijl ik eigenlijk al voor een normaal salaris aan de slag zou kunnen.
Ontdekking # 4 – Een snelle oplossing
Veel van mijn collega’s weten niet dat je ook zelf de kosten kunt betalen voor een EVC traject en daarmee niet gebonden bent na afloop in dienst te blijven of gedurende het traject tegen een stagevergoeding te werken.
Bovendien zijn er veel subsidies vanuit de overheid die een EVC traject vergoeden, maar erg proactief zijn die overheden niet, ik moest er zelf achteraan (zoals bijvoorbeeld het Regionaal Werkcentrum, Leerwerkloket, het STAP-budget, UWV of het Regionaal Mobiliteitsteam van iedere arbeidsmarktregio). Ze hebben me gesteund om uit dit labyrint te komen.
Conclusie
Ik besluit dan ook niet te gaan werken voor deze kinderopvangorganisatie in Den Haag die mij verplicht na afloop in dienst te blijven, maar neem zelf contact op met andere kinderopvangorganisaties waarbij ik aangeef zelf mijn EVC te bekostigen met een subsidie van de overheid. De meeste peuterspeelzalen die ik bel gaan akkoord en bieden mij meteen een normaal salaris, ook gedurende mijn EVC leerwerktraject periode. Dat is een hele andere constructie dan waar veel van mijn collega’s inzitten. Veel van mijn collega’s die uit Oost-Europa komen of een andere nationaliteit hebben, beschikken niet over deze informatie en zitten vast aan de verplichtingen die ze aangaan, die nadelig voor ze uitpakken.
Verantwoording:
CBS : Meer werknemers in kinderopvang maar vacaturegraad hoger dan ooit. 8-2-2023
Staatscourant : Regeling Wet kinderopvang in verband met het verruimen van de inzet van beroepskrachten in opleiding. 15-12-2021
Pointer : Nieuwe taaltoets zit toekomstige kinderopvangmedewerkers in de weg. 25-09-2022
SZW : Eindrapport effectonderzoek toezicht en handhaving kinderopvang. 22-12-2022